Laten we analyseren hoe de Verenigde Staten en Canada het internationale EAN-13 (GTIN)-systeem in hun markt integreren, de behoefte aan dubbele codering verminderen en de wereldhandel vergemakkelijken.
De introductie van UPC-A in Noord-Amerika komt voort uit de behoefte om de efficiëntie van de detailhandel te verbeteren, vooral in supermarkten, en om het voorraadbeheer te vereenvoudigen. UPC-A werd ontwikkeld om aan deze specifieke behoeften in de Noord-Amerikaanse markt te voldoen. Terwijl EAN-13 (oude terminologie, tegenwoordig vervangen door GTIN, of Global Trade Identification Number) wereldwijd op grote schaal is ingevoerd, is UPC-A het overheersende systeem gebleven in de Verenigde Staten en Canada. Er zijn echter gevallen waarin beide systemen voor dezelfde producten worden gebruikt om de internationale handel te vergemakkelijken.
Sinds begin 2005 accepteren detailhandelaren en scansystemen op de Noord-Amerikaanse markt producten met 13-cijferige codes, waardoor fabrikanten geen dubbele codes meer hoeven te gebruiken. Desondanks moeten sommige detailhandelaren zich nog steeds aan de regels houden en producten met 12-cijferige UPC-codes accepteren.
Europese bedrijven die goederen exporteren naar de Verenigde Staten hoeven meestal niet opnieuw te coderen met UPC-A en het gebruik van EAN 13 wordt algemeen erkend en geaccepteerd.
Belangrijkste verschillen tussen de twee coderingssystemen
De substantiële verschillen tussen de twee barcodetypes, EAN-13 (GTIN) en UPC-A (Universal Product Code), weerspiegelen voornamelijk historische en marktverschillen tussen Europa en Noord-Amerika en worden hieronder opgesomd:
1. Lengte en structuur
EAN-13
De EAN-13 code bestaat uit 13 cijfers. De eerste drie cijfers geven het land van herkomst van het product aan, de volgende negen cijfers identificeren het product zelf en het laatste cijfer is een controlegetal.
UPC-A
De UPC-A code bestaat uit 12 cijfers. De eerste zes cijfers geven de fabrikant of verkoper aan, de volgende vijf cijfers staan voor het specifieke product en het laatste cijfer is ook een controlecijfer.
2. Geografisch gebruik
EAN-13
Voornamelijk gebruikt in Europa, maar ook in vele andere delen van de wereld buiten Europa. Het is het meest gebruikte coderingssysteem voor wereldwijd verkochte producten.
UPC-A
Voornamelijk gebruikt in de Verenigde Staten en Canada, maar ook in enkele andere landen, vooral voor producten die bestemd zijn voor export naar Noord-Amerika.
3. Geschiedenis en introductie
EAN-13
Geïntroduceerd in 1970 als een uitbreiding van het oorspronkelijke EAN codesysteem, het werd ontwikkeld om vooral te voldoen aan de behoeften van de groeiende Europese markt.
UPC-A
Gecreëerd in de jaren 1970 in de Verenigde Staten om de efficiëntie van geautomatiseerde kassa’s in supermarkten te verbeteren en het voorraadbeheer te vergemakkelijken.
4. Numerieke structuur
EAN-13
De numerieke structuur van EAN-13 biedt meer flexibiliteit bij het coderen van informatie dan UPC-A.
UPC-A
De vaste numerieke structuur van UPC-A biedt minder flexibiliteit bij het weergeven van informatie zoals het land van herkomst.